Ouderschapsverlof
Ouderschapsverlof. Wanneer heb je er recht op? Hoe zit het als je meerdere kinderen hebt? Kun je het ook in één keer opnemen? Wij hebben de meest gestelde vragen voor je op een rijtje gezet.
Ouderschapsverlof bestaat sinds 2022 uit twee delen:
1. Ouders krijgen 9 weken betaald ouderschapsverlof in het 1e levensjaar van het kind
2. Ouders kunnen in het totaal 26 weken onbetaald ouderschapsverlof opnemen in de eerste acht levensjaren van hun kind. De eerste 9 weken zijn dan betaald (zie punt 1), dus wanneer je daar gebruik van maakt, hebt je na het eerste tot en met het achtste levensjaar nog recht op 17 weken verlof. Dat verlof is in principe onbetaald, tenzij werkgever en werknemers daar binnen het bedrijf of CAO andere afspraken over maken.
De werknemer mag zelf bepalen hoe hij of zij het ouderschapsverlof opneemt. Dat geldt in het eerste jaar bij de betaalde verlofopname, maar ook daarna bij de onbetaalde opname. Bijvoorbeeld bij het onbetaalde verlof in de eerste 8 jaren van het kind door een jaar de helft minder te werken of door een half jaar vrij te nemen. Maar je kunt als werkgever ook vragen om het ouderschapsverlof op een andere manier in te delen. Dit mag alleen als je organisatie anders ernstig in de problemen komt. Je kunt als werkgever een andere verdeling van het ouderschapsverlof voorstellen tot 4 weken voor de ingangsdatum.
Ook met een min-maxcontract of nul-urencontract heeft de medewerker recht op ouderschapsverlof. Hij of zij heeft recht op verlof van 26 keer het aantal werkuren (arbeidsduur) per week. Als arbeidsduur gelden in ieder geval uw garantie-uren. Garantie-uren zijn het minimum aantal uren dat de medewerker volgens zijn of haar contract per week werkt. Indien deze niet vast staan, of nul zijn, wordt gekeken naar de gemiddeld gewerkte uren van de laatste 3 maanden. Het gemiddeld aantal uren per week vermenigvuldig je dan met 26.
Als een werknemer met ouderschapsverlof gaat, verandert dat niets aan de arbeidsovereenkomst. Dit betekent dat hij of zij tijdens het verlof recht houdt op de eigen functie. Ook wanneer het ouderschapsverlof is afgelopen, houdt de werknemer recht op de eigen functie. De medewerker houdt na het verlof ook recht op het aantal oorspronkelijke uren dat in het contract staat.
Na afloop van het ouderschapsverlof gaat de werknemer weer terug naar de oorspronkelijke werktijden. De werknemer heeft echter de mogelijkheid deze werktijden (arbeidstijdpatroon) tijdelijk aan te passen. Daarbij blijft het aantal uren dat gewerkt wordt hetzelfde als voor het ouderschapsverlof.
De werknemer kan de werktijden maximaal 1 jaar aanpassen. Als je als werkgever akkoord gaat, kan deze periode langer duren. De medewerker moet de tijdelijke aanpassing van de werktijd aanvragen bij de werkgever. Hij of zij moet dit 3 maanden voordat het ouderschapsverlof afloopt doen. Je moet als werkgever hier uiterlijk 4 weken voor het einde van het verlof op reageren. Je mag het verzoek overigens weigeren.
Ja, een medewerker kan zijn of haar resterende ouderschapsverlof meenemen naar een nieuwe werkgever. Je kunt als (nieuwe) werkgever vragen of de medewerker al ouderschapsverlof heeft opgenomen bij een vorige werkgever. De medewerker kan bij zijn of haar vorige werkgever om een verklaring vragen, waaruit blijkt op hoeveel ouderschapsverlof hij of zij nog recht heeft. Voor werkgevers geldt de verplichting om deze verklaring op verzoek uit te reiken.
Het kabinet heeft besloten om de eerste 9 van de 26 weken ouderschapsverlof te gaan betalen. Ouders komen in aanmerking voor een uitkering van het UWV van ter hoogte 70% van het dagloon tot maximaal € 179,58 per dag (prijspeil 1 januari 2023). Een belangrijk element van het betaalde deel van het ouderschapsverlof is daarnaast dat het moet worden opgenomen in het eerste levensjaar van het kind. De overige 17 weken verlof blijven wettelijk onbetaald en kunnen nog steeds tot de 8e verjaardag van het kind worden opgenomen.
Het blijft mogelijk voor werkgevers en werknemers om daar aanvullende afspraken over te maken. Dat kan op bedrijfsniveau, maar uiteraard ook door onderhandeling en aanvullende regels op te nemen in de CAO.
De kosten voor de werkgever zijn voor de eerste 9 weken in het eerste levensjaar van het kind dus afhankelijk van of er sprake is van een aanvulling bovenop die 70% (kan verplicht via CAO of vrijwillig uiteraard) en de hoogte van de uitkering van het UWV. Daarnaast dekt de vergoeding van het UWV niet de additionele kosten zoals verlofdagen, pensioenregeling en/of gebruik auto van de zaak.
De resterende 17 weken in de jaren erna zijn voor rekening van de werknemer en in principe kosteloos voor de werkgever. Wel kunnen er doorlopende kosten zijn in de vorm van secundaire arbeidsvoorwaarden.
De medewerker moet het ouderschapsverlof schriftelijk aanvragen bij de werkgever. Dit moet ten minste 2 maanden voordat het verlof ingaat. Als het ouderschapsverlof afhankelijk is van de bevallingsdatum kan de medewerker dat aangeven. In het verzoek moet de medewerker ook aangeven hoe hij of zij het ouderschapsverlof wil opnemen.